Toevallige voorbijganger

Een paar jaar geleden kwam ik vast te zitten in een trein. Er was iemand voor de trein gesprongen en iedereen die dat ooit heeft meegemaakt, weet dat het, naast ontzettend akelig natuurlijk, ook een fikse vertraging oplevert. Samen met tientallen andere reizigers zat ik daar, in een soort lijdzame afwachting. Hier en daar kwamen al snel de eerste oppervlakkige gesprekken op gang. Voornamelijk speculaties over wat er precies gebeurd kon zijn en wat ons allemaal te wachten stond. 

De minuten werden uren. Informatie werd sporadisch en mondjesmaat met ons gedeeld. In de stilte die volgde op de nasale stem uit de intercom, werden de gesprekken luchtiger. Ik kan me niet goed herinneren waar we over spraken, maar ik herinner me de korte lachjes, de innemende verschillen in dialect en de wisselende toonhoogtes, doorspekt met interesse en verbazing. Ook herinner ik me het meisje dat tegenover me zat. We raakten aan de praat over ditjes en datjes. Niks noemenswaardig, eigenlijk. Hoewel we elkaar niet kenden, konden we het uitermate goed vinden. En we hadden iets gemeenschappelijks: we rookten allebei en hadden een wanhopige behoefte aan een sigaret. Giebelend verschansten we in het invalidetoilet. We rookten en babbelden, tot we elkaar nauwelijks meer konden zien door de blauwgrijze mist.

Vele jaren later denk ik nog vaak aan haar. Ik weet haar naam niet meer. En dat hoeft ook niet. Ze was slechts een toevallige voorbijganger.

Toevallige ontmoetingen

Dat mensen ontzettend fijn, vriendelijk en toegankelijk kunnen zijn, dat merk je pas echt als je ze toevallig tegenkomt. Die mensen vullen mijn hart keer op keer met liefde en geluk. Ik wil mezelf geen mensenmens noemen, maar ik hou van die oppervlakkige gesprekken over koetjes en kalfjes, terloops en gemoedelijk, maar toch met oprechte interesse. Gewoon, in het voorbij gaan. Een vriendelijke glimlach, een vrolijke twinkeling in iemands ogen, een medelevende stem omdat we immers in hetzelfde schuitje zitten. Een klacht wordt een reden voor een gesprek, een probleem wordt een humorvolle anekdote.

Toevallige Loopbuddy

Gisteren liep ik de Nacht van Groningen. Op een gegeven moment liep ik met ene Margreet – ze werd aangemoedigd vanaf de zijlijn, dus vandaar dat ik haar voornaam weet. We renden exact in hetzelfde tempo. Dan ik weer iets voor haar, dan zij weer iets voor mij, dan weer naast elkaar. Zonder elkaar aan te kijken, wisten we wat we aan elkaar hadden. We hadden iets gemeenschappelijks: we deden mee aan hetzelfde loopevenement en liepen hetzelfde tempo. Heel even verloor ik haar uit het oog. Een steek van teleurstelling schoot door me heen. Ik wilde met haar de finish over. Dat waren we aan elkaar verschuldigd, vond ik. De opluchting was groot toen ik haar stappen weer achter me hoorde. Vlak voor de finish spraken we onze dankbaarheid voor elkaar uit en lachten we, omdat we een stilzwijgende afspraak hadden gemaakt om bij elkaar te blijven. Hetzij noodzakelijk, hetzij een geruststelling.

Na de finish deden we een high five en glimlachten we nog een keer. Ik ging linksaf, zij rechtsaf en ik zal haar waarschijnlijk nooit meer zien. En dat hoeft ook niet. Ze was slechts een toevallige voorbijganger.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s