Inmiddels viert mijn boek Zomernacht al haar vierde verjaardag. Zo’n beetje op de kop af is het precies vier jaar geleden dat ik met een schrijfblokje in het zonnetje op het gras van het Noorderplantsoen ging zitten en de eerste verhaallijnen op papier verschenen. Onder de werktitel Het Tweede Seizoen, toen nog. Eerste zin: ‘Het verhaal speelt zich af in de verre toekomst, vele jaren en generaties vanaf nu.’ Niet echt een literair hoogstandje, maar een mooi begin. Lees verder
Tag: liefde
When you steal a kiss or two
Zijn hand knijpt in mijn schouder, langzaam en behoedzaam. Alsof hij iets van plan is om te doen, maar nog twijfelt en zijn opties afweegt. Ineens dringt het tot me door hoe dichtbij hij eigenlijk staat. Ik wil een stap achteruit zetten, om wat meer zuurstof tussen ons in te krijgen, maar op de één of andere manier weigert mijn lichaam te bewegen. Hij kijkt me recht aan en tuurt zoekend in mijn ogen. Lees verder
Woorden van d’Olle Grieze
Hoog boven de hoofden van de mensen kijk ik uit over de stad Groningen. De stad die mij gemaakt heeft tot wat ik nu ben. Een symbool voor een stad die door vallen en opstaan zo sterk en indrukwekkend is geworden als hij nu is. Iedere dag weer sta ik er versteld van de levendigheid van deze stad en het doorzettingsvermogen dat keer op keer weer getoond wordt. Lees verder
Sprookje van 31c
Achter ons huis is een hofje. Een schattig hofje, met van die koddige kleine huisjes, gedetailleerd versierde windveren en antieke lantaarntjes tegen de gevels. Het wordt allemaal ontzettend goed bijgehouden en intensief verzorgd. Wanneer de lente de winter aflost, verandert het hele hofje in een bloemenzee. Lees verder
Ode aan het Noorderplantsoen
Daar waar de grijze gebouwen opgaan in de grijze hemel. Daar waar grote bussen en onbeduidende fietsertjes ongegeneerd hun recht op het asfalt opeisen. Daar waar mensen ineengedoken in hun jassen, onder hun paraplu’s langs elkaar manoeuvreren, zonder elkaar te zien. Lees verder
Het moment van de kus
Eindelijk. Ik heb weer de tijd om mijn inspiratie om te zetten in tekst. Iedere dag zit ik wel een paar minuten in de gedachten van mijn hoofdpersoon, om haar herinneringen, gevoelens en ervaringen te kneden tot een verhaal dat de moeite van het vertellen én lezen waard is. Wat zou ze kunnen zeggen? Wat wil ze bereiken? Hoe steekt hij karakter precies in elkaar? Dagelijks schiet mijn inspiratie als een mitrailleur woorden, gedachten, gebeurtenissen en dialogen door mijn hoofd. De meesten vinden heus wel een weg naar mijn digitale notitieblok, maar sommige verdwijnen in het luchtledige, als losse flodders.
Ode aan de schrijver
Een boek is in mijn ogen niet zomaar een stapel papier omgeven door een kaft, waarin een verhaal verteld wordt door allemaal verschillende lettertjes. Het is een reis, een magisch toevluchtsoord, een wereld waar alles kan. Een wereld waar mensen draken verslaan, waar honden praten, waar landschappen golven in de wind, waar geuren door de blauwe lucht fladderen en waar de zon naar je knipoogt.
Duizend kleuren groen
De zomer is voorbij en de herfst staat voor de deur. Het seizoen van honderden kleuren geel, duizenden kleuren rood en ontelbare kleuren bruin. Het seizoen van gure windvlagen, zware rukwinden en onverwachts zonnige dagen. Het seizoen van de bittere geur van suikerbieten, de geur van met modder doorweekte graspollen en de geur van rottende bladeren die sompig de grijze grond bedekken. Het seizoen van het volgen van regendruppels met je vingertoppen terwijl ze in een grillig patroon hun weg naar het raamkozijn zoeken, van opgekruld op de bank zitten en de warmte van een dekentje zoeken en uiteraard het seizoen van de frustratie om alweer met een doorregende spijkerbroek op de plaats van bestemming aan te komen.
Stilte in de Zaal – Hoofdstuk 3
Ik werk sinds een paar jaar in een restaurant in de haven van Rotterdam. Restaurant Vergezicht, heet het en het pretendeert op de website een idyllische belevenis voor de liefhebbers van geromantiseerde reisverhalen te zijn. ‘Je zou zo maar Alexandre Dumas of Daniël Dafoe tegen het lijf kunnen lopen,’ staat er letterlijk. Maar in werkelijkheid is het niet meer dan een donkere shabby kroeg waar alleen het uitschot van de haven nog naar binnen durft te stappen. Dumas en Dafoe zouden eerder al hun boeken verbranden, dan ooit een voet over de drempel zetten van dit restaurant.
Stilte in de Zaal – Hoofdstuk 2
Mijn zus Desi werd door een vrachtwagen doodgereden toen ik tien was. We waren onderweg naar het winkelcentrum en liepen innig gearmd door de wijk. Haar witte stok, die ze Oculus noemde, tikte in het vaste ritme van links naar rechts. Ik had mijn ogen gesloten en samen met haar vertrouwde ik op de waakzaamheid en oplettendheid van Oculus. We kletsten over de nieuwe buurjongen Hugo. Ik moest ieder gelaatskenmerk van de nieuwe jongen aan Desi vertellen, zodat zij kon beslissen of hij knap genoeg was om de moeite van het glimlachen waard te zijn.