Je hebt maar een kans om een goede eerste indruk te maken. Dus met een eerste zin moet je bij die lezer binnenkomen, bijna als een soort stormram. Je moet de lezer gretig maken, zijn leesdrang kietelen, hem triggeren om in de rest van je verhaal te duiken. Maar hoe doe je dat? Ik zeg altijd maar: beter goed gejat, dan slecht verzonnen, dus laten we even kijken hoe andere schrijvers het issue ‘De Eerste Zin’ oplossen. Misschien kunnen we ergens onze inspiratie uit halen.
Een prachtige eerste zin vind ik: Op een dag las ik een boek en heel mijn leven veranderde. Uit Het Nieuwe Leven van Orhan Pamuk. Er zit een hele grote belofte in en ook een soort mysterie dat in het boek ontrafeld zal worden. De eerste zinnen van Voor ik Doodga van Jenny Downham vind ik ook intrigerend. Dit keer omdat het zo kwetsbaar en ontroerend is. Had ik maar een vriendje. Hing hij maar aan een hanger in mijn kleerkast. Dan zou ik hem tevoorschijn kunnen halen wanneer ik maar wilde, en zou hij me aankijken zoals jongens in films dat doen, alsof ik mooi ben. Het zet de sfeer die in het hele boek gaat heersen in een paar zinnen krachtig neer. Dit keer geen belofte, maar een ontwapenende authenticiteit.
Mariam was vijf jaar oud toen ze voor het eerste het woord harami hoorde. Dit schrijft Khaled Hosseini als eerste zin in Duizend Schitterende Zonnen. De hoofdpersoon wordt geïntroduceerd in deze zin en er wordt een vraagteken bij de lezer boven het hoofd gezet waarin het woord ‘harami’ blijft hangen. Later in het eerste hoofdstuk wordt duidelijk dat het bastaard betekent. Deze betekenis maakt de eerste zin essentieel, tekenend en onmisbaar voor de rest van het boek. Prachtig.
Anna Meijerink valt bij haar boek Vluchten uit een land van vrijheid met de deur in huis, waardoor het bij haar niet zozeer om de eerste zin gaat, als wel om de eerste alinea: Mijn mond hing half open, maar het eten kwam zo ver niet, want de vork viel met een klap terug op mijn bord. Ik moet er half debiel hebben uitgezien, zoals ik mijn vader aankeek. ‘Wat wil je dat ik doe?’ ‘Je gaat naar Amerika, schatje… Het zijn echt fantastische mensen, je zult het zien. Ze zijn heel gastvrij’. Je bent gelijk binnen, je staat naast Anna in de woonkamer en kijkt haar vader even verschrikt aan als dat Anna zelf doet. Als lezer word je direct het verhaal ingetrokken, naar mijn idee. En dat is natuurlijk de allereerste bedoeling van de schrijver.
Een eerste zin is belangrijk, maar niet het allerbelangrijkste om een boek goed te maken. De lezer haakt echt niet af als jouw eerste zin niet perfect is. Het hele boek moet de lezer in vervoering brengen, moet de lezer meeslepen in het leven van iets of iemand anders. En de eerste zin maakt daar natuurlijk onlosmakelijk een onderdeel van uit, maar pin jezelf er niet op vast en staar je niet blind op die ene eerste zin. Het gaat erom dat je binnenkomt en dat je een goede eerste indruk achterlaat.
Wat dan wel extra aandacht verdiend is het eerste hoofdstuk, of zelfs de eerste alinea. Want daarin maakt de lezer de beslissing of het boek het waard is om gelezen te worden. Wanneer de lezer zich door het eerste hoofdstuk moet worstelen en zich niet getriggerd voelt om door te lezen, dan doe je het niet goed. Maar daarover later meer.
Wat vind je trouwens van deze zin: Nog voor ik mijn ogen open doe, weet ik dat er iets niet klopt. Dat is, op dit moment, de eerste zin uit mijn boek. Zit er een belofte in? Zit er spanning in? Nodigt deze zin uit tot verder lezen? Ik ben benieuwd wat jij ervan vindt.